Begraven: algemeen en over eeuwige grafrust
Grafrust betekent dat je nooit aan de stoffelijke resten
mag komen en dat je ze niet mag verplaatsen. Het storen van grafrust is op
zichzelf niet verboden. Het is alleen verboden als dit onrechtmatig gebeurt. Dat
is, volgens het Wetboek van Strafrecht, grafschennis.
Het doel van de handeling is erg bepalend voor de vraag
of iets strafbaar is.
In Nederland bestaat een wettelijke grafrust van 10 jaar.
Het dieper begraven van stoffelijke overschotten heet
schudden.
Eeuwige grafrust is wanneer een graf voor onbepaalde tijd
word uitgegeven. Een graf met eeuwige grafrust zal nooit worden geruimd. Vooral
vroeger was het gebruikelijk om een graf te huren voor de eeuwigheid. Vandaar
dat veel begraafplaatsen een oud gedeelte kennen met hele oude graven.
Maar ook nu zijn er nog begraafplaatsen die graven
beschikbaar stellen met eeuwige grafrust.
Vanwege wettelijke grafrust worden grafrechten altijd
voor minimaal 10 jaar uitgegeven. Niet ieder graf wordt geruimd wanneer de grafrechten
verlopen zijn.
Een graf ruimen gaat als volgt: bij het graven worden
menselijke resten gevonden. De resten worden verzameld en in een
gemeenschappelijk graf opnieuw begraven of ze worden gecremeerd.
In plaats van ruimen van een graf, het graf schudden: dan
worden de menselijke resten die men vindt meer naar onderen begraven waardoor
boven in het graf ruimte vrij komt voor een nieuwe begraving.
In de Nederlandse wetgeving lijk het accent te liggen op
de eigen, individuele verantwoordelijkheid, terwijl het begraven, de duur en de
garantie van grafrust in veel andere landen als een collectieve
verantwoordelijkheid wordt beschouwd.
In Nederland is door de scheiding tussen kerk en staat de
mogelijkeid voor religieuze groeperingen om zelf begraafplaatsen op te richten
en te beheren. Ze kunnen op deze eigen begraafplaatsen de graven in stand
houden zo lang als maar wenselijk is.
Bevindingen in de periode voor de startbijeenkomst
· Eeuwige
grafrust en de verplichting voor nabestaanden, nu en later.
· Eeuwige
grafrust en de idee om altijd op een plek familie te kunnen vinden (troost te
vinden een plek om rouw te verwerken?).
Waarom willen mensen op begraafplaats ’t Lentfert in
Rijssen worden begraven?
Adriaan van Dis bij Zomergasten over begraven worden in
Bergen aan Zee:
-
Ik heb een graf gekocht. Dat heb ik al geregeld.
Heb jij een graf gekocht?
-
Ja, dat vond ik wel leuk. In Bergen, ja. Om de
cirkel rond te maken. Begraven worden waar je geboren bent. Dat is een soort …
een soort vorm van beleggen. Een aandeel in de grond.
Tenminste één (…)
-
Ja, en ook voor andere mensen: waar bergen we die
vent op? Hup in een kuil in Bergen.
In Bergen…
Bij de duinen
…
Bij de duinen?
-
Nou nee, in de drassige grond van Bergen. Net
niet in de Vinex-wijk. Dus dat is al heel wat. The more you think of dying. The
better you will live.
Welke grond heb je in Rijssen? Hoe zou je de grond in
Rijssen kunnen omschrijven? Over de omgeving: het Hollands Schwarzwald, Het
Witte Zand.
Eeuwige grafrust doet een beroep op de omgeving: het breidt
zich steeds maar uit en de begraafplaats beweegt zich als een levend (!)
mechanisme door het landschap. Voor de uitbreiding: kenmerken uit de omgeving
hoe werd daar vroeger mee om gegaan?
Wat is de herinnering aan Rijssen die je wilt koesteren
en misschien wilt delen met nabestaanden of gewoon de mensen die jaren,
decennia, eeuwen later je graf passeren?
De omgeving van Rijssen:
-
Landgoed:
-
Hoogteverschillen op de begraafplaats zelf en in
het omringende landschap.
-
Holle weg
-
De bosrand die als het ware een kamer maakt van
het deel dat de uitbreiding van de begraafplaats vormt.
-
Op oude kaarten: de kamers die vanaf het landgoed
in verbinding staan met de begraafplaats en waarop te zien is dat de
uitbreiding de laatste kamer van de reeks (schakels) is.
-
Van de websites sterfgeval.nl en uitvaart.nl (uitvaart tv)
Door W.G.H.M van der Putten
Om graven eeuwigdurend te kopen, dat is iets wat in
Nederland bijna niet kan. Nederland telt ruim 300.000 begraafplaatsen, maar er
is maar een handjevol waar je graven nog echt voor onbepaalde tijd (of in de
volksmond eeuwigdurend) kunt krijgen.
Maar er zijn oplossingen voor. Er is een stichting die
zich bezighoudt met het beheer en in standhouden van graven voor onbepaalde
tijd: Stichting Grafzorg Nederland.
Wanneer een rechthebbende komt te overlijden moeten de
grafrechten binnen 1 jaar worden overgeschreven, anders vervallen ze en in aan
de gemeente het recht om het graf alsnog te ruimen. Grafrechten op naam van de
stichting zijn blijvend, omdat de stichting niet zal overlijden.
In 1991 is er een wetgeving gekomen met betrekking tot
eeuwige grafrust en het onderhoud van een graf. Als het graf kennelijk wordt
verwaarloosd dan kunnen de rechten ook vervallen worden verklaard. De stichting
verzorgt het graf ook.
Dus een eeuwig durend graf hebben, betekent niet dat het
zonder meer blijft bestaan.
Ook van deze website:
Als het werkelijk om graven voor onbepaalde tijd gaat, in
de zin van eeuwigdurend dat is meestal vastgelegd dat de graven niet mogen
worden geruimd:
1. zolang
de begraafplaats bestaat,
2. of tot
het moment dat de begraafplaats gesloten wordt. Een gesloten begraafplaats is
een begraafplaats waar niet meer opnieuw begraven mag worden, maar die op
zich gewoon blijft bestaan.
Vraag:
Mag ik uit bovenstaande concluderen dat voor eeuwige
grafrust het noodzakelijk is dat een begraafplaats begraafplaats blijft? Of is
het toch mogelijk om het in de tijd om te vormen tot een park (op voorwaarde
dat er niet gegraven wordt)? En, moeten grafstenen blijven staan? Is het in strijd
met de wet uit 1991 dat de graven langzaamaan worden overwoekerd wanneer de
begraafplaats niet meer een begraafplaats is, maar een park?
Of gaat het er enkel om dat de stoffelijke overschotten,
de menselijke resten met rust worden gelaten in de grond?
Cremeren is niet geliefd in deze omgeving. Vanuit de
christelijk geloofsovertuiging betekent eeuwigdurende grafrecht het geloof in
“de opstandig op de laatste dag”.
Van de website Holyhome.nl
Jongeren denken er vaker over om zich te laten cremeren.
De keuze komt voort uit praktische overwegingen.
In de bijbel wordt (lijk) verbranding bijna altijd in
verband gebracht met straffen van God, onheil en oordeel.
In 1 Korinthiërs 15:35-38 wordt de symboliek van het
begraven uitgelegd: ‘zaaien in vergankelijkheid, maaien in onvergankelijkheid.’
Het lichaam gezien als tempel van de Heilige geest, dus
niet verbranden, want dat is de vernietiging ervan.
Zowel begraven als cremeren heeft een probleem (volgens
de schrijver van de tekst op deze site):
Begraven: wat blijft van het lichaam over. En wat moet
overblijven om deel te kunnen nemen aan de opstanding?
Cremeren: cremeren is het eigenhandig ingrijpen in ‘tot
stof zult gij wederkeren’. Is dat wel toegestaan?
Startbijeenkomst op 5 september 2012
Met: Jeroen Korenromp (ontwerper van de uitbreiding),
Johan Nijzink (beheerder van de begraafplaats), Johan Wagenaar, Sarah van den
Berg, Gert van Klinken (kerkhistoricus met een grote interesse voor de Westerse
begraaftraditie), Bram Breedveld (landschapsarchitect Bureau Landlab), Harro
van Aalderen (beeldend kunstenaar), Gijs van Lenthe (beeldend kunstenaar),
Carina van der Ham (beeldend kunstenaar).
Begraafplaats ’t Lenfert. Het nieuwe deel in vorm als in
sfeer een kopie of voortzetting van het bestaande deel dat eind jaren ’50 van
de vorige eeuw is ontworpen door Copijn. Bomen van verschillende grootte
benadrukken de lanen. Door de beplanting (Prunus en schijnhulst) is er nog maar
weinig zicht op het omringende landschap.
Vraag:
Waarom is de begraafplaats naar binnen gekeerd?
Interviews
Wat betekent
het dorp Rijssen en het omringende landschap voor de mensen die hier begraven
willen worden?
Wat zijn voor
u memorabele plekken? En waarom?
De dynamiek in de aanwezige beplanting is troostend: het
afsterven in het najaar, het weer opbloeien in het voorjaar.
Hetzelfde geldt voor de binding met de omgeving door
bijvoorbeeld zichtlijnen die tot buiten de begraafplaats reiken. Troost wordt
hieruit gehaald door het individu te verbinden als een onderdeel van een groter
geheel. Iets waaraan we op den duur allemaal aan moeten geloven. Hierop wordt
geen uitzondering gemaakt. Des te schrijnender is het wanneer de begrafenis
veel elan en rijkdom kent. Het einde, het begraven worden, is voor iedereen
gelijk.
De weg die tussen het ouden deel en de uitbreiding in
ligt daar mag men 60km/uur rijden. Bij de uitbreiding van het nieuwe deel is
voor de veiligheid (oversteken) een drempel + parkeervakken bedacht.
Ideeën naar aanleiding van de startbijeenkomst
De uitbreiding is in vorm terug te vinden op een oude
kaart uit 1850. Hierop is het de laatste kamer van een reeks kamers die
geschakeld in het gebied liggen. Het dorp Rijssen ligt hier vandaan, dichterbij
de Regge in het lager gelegen deel van het gebied. Tussen de kamers en het dorp
liggen de essen waarop landbouw plaatsvond. Tussen de essen en het bos (nu
Hollands Schwarzwald) liggen de kamers. De weg die er doorheen loopt is het
Schapendijkje. Het doet vermoeden dat in de kamers de dieren graasden en werden
beschermd of dat het gebied dat begraasd werd overzichtelijk werd gehouden. Nu
ligt de ingang van de bestaande begraafplaats aan het schapendijkje.
Voor de invulling van het nieuwe deel lijkt het me een
goed idee om de nadruk te leggen op deze oude kamer en hoe dit in het gebied
ligt (lager gelegen Rijssen en hoger gelegen bos). Nu ligt daar tussenin
bebouwing. Dat biedt de mogelijkheid gefaseerd over de begraafplaats te denken:
vanaf het dorp cultuurlijk en naar het bos toe steeds natuurlijker. Dat heeft
consequenties voor de inrichting als ook voor de rand. Aan de kant van de
woningen zou een stevige (lage?) stenen rand de grens tussen begraafplaats en
weg kunnen zijn. De stenige, stevige rand lost naar het bos toe op.
Zo gezien kan de uitbreiding begraafplaats een uitloper
van zowel het natuurlijke als het cultuurlijke deel zijn. Nogmaals een overgang
dus.
Voor de inrichting van de uitbreiding lijkt het me mooi
wanneer de vorm van de kamer goed tot uitdrukking komt en dat het ontwerp zich,
zoals een labyrintische vloer vooral in het vlak afspeelt.
Ik heb nagedacht over wat je niet zo snel op een
begraafplaats zou vinden. En de titel van een boek trok mijn aandacht: De
stilte van Neon. Neonverlichting is stil, elegant en kan op een subtiele manier
de aandacht trekken. Nu is het nog een ‘wild’ idee, maar ik houd het graag in
mijn achterhoofd.
De weg die het oude deel en de uitbreiding van elkaar
scheidt is een holle weg. In het gebied van de begraafplaats en ook in het
omringende gebied zijn (kleine) hoogteverschillen aan te wijzen. Minieme
hoogteverschillen, door insnijdende paden of verhoogde grafbedden laten de
bezoeker ondergeschikt zijn. Het bewegen over de begraafplaats krijgt iets
meditatiefs.
Ik zie de uitbreiding van de begraafplaats graag
benadrukt in de oude (landschappelijke) structuur. Zo krijgt iets ouds een
nieuwe invulling. En het lijkt me een verrassing wanneer je vanuit het bos de
begraafplaats kunt bewandelen. De begraafplaats als overgang van cultuur naar
natuur, van moeten naar recreëren, maar natuurlijk ook van leven naar dood. De
begraafplaats zie ik als een knooppunt of een overgangsfase waarin je
denkpatroon anders wordt. Een werkelijke en een onwerkelijke plek in één. Zoals
vroeger de begraafplaats een park kon zijn waar men zich kon bezinnen, maar ook
waar men iets hoopte te vinden m.b.t. het leven.
Carina van der Ham